top of page

Studietips

Examens: studietips

Eerste planning (enkele weken vooraf)

  1. Kijk na of al je materiaal (werkboek, cursus, nota’s, ...) in orde is.

  2. Maak een lijstje van je ‘moeilijke’ vakken.

  3. Ga na wat je moet leren. Herhaal de ‘zware’ vakken of onderdelen vanaf nu in de weekends / woensdagnamiddagen die resten.


Examenplanning (zodra je het examenrooster kent)

  1. Maak per dag een planning: kleur in je agenda de uren die je voorziet voor studie en die voor ontspanning in verschillende kleuren.

  2. Bepaal de moeilijkheid van de vakken / hoofdstukken. Voorzie meer tijd voor moeilijke vakken / hoofdstukken.

  3. Voorzie tijd om te herhalen!

  4. Hou rekening met je dagritme (ochtendmens / avondmens?). Wanneer studeer je het best? Gebruik die momenten om de zwaarste onderdelen door te nemen.


Werkplek

  1. Rustig (geen achtergrondmuziek!).

  2. Alleen klaar leggen wat je nodig hebt; geen afleiders op je werkblad.


Tijdsindeling

  1. Korte leermomenten zijn beter dan één lang. (B.v. 3 x 30’ studeren is beter dan 90’ non-stop.)

  2. Pauzeer kort elk uur (of half uur). Beweeg. Strek je benen, wandel even rond. Doe even iets leuks, maar ga dan weer aan het werk!

  3. Herhaal regelmatig: de eerste keer onthoud je nog 40%, de tweede keer 65% en de derde keer onthoud je 85 %.


Studeren: de ZOKLAAR methode

  1. Zet je neer, neem pen, papier en al het nodige studiemateriaal.

  2. Overzicht: bekijk titels, inhoudsopgave, tekeningen; zorg dat je weet waarover het gaat.

  3. Kern: duid het belangrijkste aan. Doe eerst moeite om de kern te begrijpen. Studeer die dan in met de juiste begrippen.

  4. Lees de rest van de tekst.

  5. Aantekeningen: schrijf kernwoorden op; maak een schema; onderstreep met verschillende kleuren.

  6. Associeer: breng in verband met elkaar, zoek gelijkenissen en verschillen; breng in verband met wat je al kent. (“Oh, dit gelijkt op...”)

  7. Repeteer en controleer: herhaal de titels, de kernwoorden; vertel de rest met je eigen woorden.


Leerstijl: hoe onthoud jij best?

  1. Onthoud je beter wat je gezien hebt?

  2. Maak een beeld of verhaal in je hoofd 

  3. Maak tekeningen bij de leerstof. 

  4. Onthoud je beter wat je gehoord hebt?.

  5. Leer luidop. Lees en herhaal luidop.

  6. Laat als het kan de tekst voorlezen door iemand anders.


Tijdens het examen

  1. Focus op wat je weet, liever dan op wat je niet kent.

  2. Overloop de hele toets voor je begint!

  3. Plan je tijd en zorg dat je tijd over hebt om je antwoorden na te lezen.

  4. Begin met de vragen die je het makkelijkst vindt.

  5. Duid kernwoorden aan.

  6. Lees complexere vragen rustig door. Splits ze in stukken. Zulke vragen bestaan meestal uit meerdere onderdelen. Zorg dat je een antwoord geeft op elk onderdeel.

  7. Blijf rustig en panikeer niet als je iets niet weet. Laat deze vragen voor het laatst. Misschien lukt het dan wel. Denk verder: Ik doe gewoon mijn best. / Het zou wel gek zijn als ik alles fout zou maken. / Ik heb het goed voorbereid, dus het zal wel gaan.


Eettips

  1. witte vis met botersaus (= extra vetstof voor de hersenen);

  2. véél fruit;

  3. melkproducten;

  4. noten;

  5. gedroogde vruchten. 

bottom of page